Hoe goed jij ‘werkt’ kun je uitbeelden in de vorm van een stoplicht. Bij groen gaat alles goed, het loopt lekker. Bij oranje komen de eerste waarschuwingssignalen. Het lukt allemaal nog wel, al dient er ook iets te gebeuren om het weer goed te krijgen. Bij rood stopt het, loopt het vast. Je bent dan boos, verdrietig, je weet niet meer wat je moet doen. Bij iedere kleur kun je een aantal vragen stellen om voor jezelf duidelijk te krijgen hoe jouw stoplicht eruit werkt.
- Hoe voel je je bij deze kleur?
- Hoe kunnen anderen dit herkennen?
- Wat helpt jou om in deze kleur te blijven? (bij groen)
- Wat helpt jou om een kleur dichter bij groen te komen? (oranje / rood)
- Welke dingen kunnen groepsgenoten doen om jou hierbij te helpen?
Deze activiteit is ook goed te gebruiken bij het Handleidingen project.