Wat zijn de door-en-door goede kanten van onze leerlingen?
Met dank aan Wouter Sanderse.
Deze lesactiviteit is toegevoegd aan project Helden.
__________________________________________
Achtergrondinformatie (Wikipedia)
Een deugd kan een positieve eigenschap zijn waar een bepaald persoon over beschikt. Het kan ook duiden op een ethisch goede manier van handelen.
Er zijn 4 kardinale deugden:
> Prudentia
(Voorzichtigheid – verstandigheid – wijsheid)
> iustitia
(Rechtvaardigheid – rechtschapenheid)
> Fortitudo
(Moed – sterkte)
> Temperantia
(Gematigdheid – matigheid – zelfbeheersing)
Ze maken deel uit van de zeven deugden.
De naam is afkomstig van het Latijnse woord cardo: scharnier(pin), hengsel waarop een deur rust. Het zijn de kern- of spil-deugden: de deugden “waar het om draait”. Ze zijn extra belangrijk omdat ze in elke andere deugd verondersteld worden. Bijvoorbeeld: wie op onvoorzichtige of onrechtvaardige wijze vriendelijk zou zijn, of wie geen maat weet te houden in zijn vriendelijkheid, of niet de moed heeft om ook vriendelijk te zijn als dat gevaar oplevert, die heeft niet echt de deugd van de vriendelijkheid.
__________________________________________
Lesdoel
Aan het einde van de les
> Weten leerlingen wat een deugd of
kwaliteit is.
> hebben alle leerlingen nagedacht over
hun eigen deugden.
__________________________________________
Inleiding 10 minuten
Leg uit wat de kardinale deugden zijn. Kies hiervoor begrijpelijke woorden – ook wanneer het niet de volledige lading dekt.
__________________________________________
Kern 30 minuten
De leerlingen proberen van iedere deugd aan te geven in hoeverre zij dit beheersen. Ze doen dit op een schaal van -10 tot 10.
0 is neutraal en mag niet gekozen worden. Alles boven nul geeft een schaal aan van de mate waarin het herkend wordt: onder nul wil zeggen dat het nog geleerd moet worden.
Bij 10 ben je er zeer goed in, bij -10 denk je dat jou dat nooit gaat lukken.
__________________________________________
Slot 10 minuten
Laat de leerlingen per deugd op een lijn staan die van -10 tot 10 loopt.
Hieruit kunnen verschillende gesprekken ontstaan.