Een bizarre verkiezingsstrijd met een onverwacht einde. Als docent moet je daar wel wat mee!
De uitslag van de Amerikaanse verkiezingen is geen geheim: Donald Trump heeft, tegen de verwachting van velen, de verkiezingen gewonnen en is de nieuwe president van de Verenigde Staten van Amerika.
Het houdt leerlingen bezig en wellicht heb je gisteren weinig anders gedaan dan erover spreken met hen. Maar hoe kun je er in een mentoruur aandacht aan besteden?
President Trump maakt veel los bij mensen, het haalt niet altijd de beste kant in mensen naar boven. Wanneer je met leerlingen erover spreekt is belangrijk om dit in de gaten te houden: er wordt over niemand beledigend gesproken, ook niet over Trump.
Enkele ideeën:
- Vraag leerlingen niet naar hun mening, maar laat ze vragen stellen over wat ze nog niet weten. Geen garantie dat jij als docent de antwoorden weet, maar vragen stellen geeft een heel andere sfeer in het gesprek dan wanneer leerlingen hun mening verkondigen. Bij dit laatste is er snel het risico dat allerlei kwetsende dingen geroepen worden die ze gehoord hebben of via internet hebben gelezen.
- Bespreek Trump vanuit kwaliteiten. Ongeacht of je het met hem eens bent, welke dingen doet hij (blijkbaar) goed? Meer dan de helft van Amerika steunt hem, dan is het moeilijk te geloven dat hij alleen maar slechte dingen doet, toch?
- Bespreek of leerlingen Trump een “goed mens” vinden en waarom. Laat leerlingen daarna antwoord geven op de vraag of zij zichzelf een beter mens dan Trump vinden. Wie is er wel eens beledigend, wie doet er soms stoer, wie zou ook graag heel rijk willen zijn?
Dezelfde vragen of activiteiten zou je ook kunnen koppelen aan Geert Wilders.