‘Soms is gewoon iets ondernemen of doen veel betekenisvoller dan weer in gesprek gaan’
Gepubliceerd op Het Kind.org.
Ik bezocht onlangs het onderwijscafé in Tilburg en ontdekte ik op De Nieuwste School eigenlijk voortdurend bezig ben met burgerschapsvorming. Ik vertel over mijn praktijk en over initiatieven, maar vooral over mijn vertrekpunt: elke groep is per definitie een mini-samenleving waarin je met elkaar leeft, leert en ontwikkelt. Jorus Rompa – die de onderwijscafés in Tilburg organiseert en faciliteert – vult aan en beseft dat ‘een wezenlijke ontmoeting’ daarin voorwaardelijk is.
Ik ben fulltime mentor. Ik geef geen vakgerichte lessen. Dat betekent dat ik vier dagen per week zo’n 30 leerlingen begeleid op het gebied van: onderzoek (een aanzienlijk deel van de onderwijspraktijk op mijn school), betrouwbaar zijn, plannen, omgaan met anderen, presenteren, reflecteren, persoonlijke ontwikkeling, groepsvorming en meer.
Tijdens het onderwijscafé op 17 mei ontdekte ik ook dat ik voortdurend (impliciet) bezig ben met burgerschapsvorming. Ik zie mijn mentorgroep (leerjaar 2 voortgezet onderwijs) als een mini-samenleving. Veel van de fatsoensnormen, kwaliteiten of vaardigheden die zij nodig hebben om uiteindelijk een verantwoord burger te worden in de maatschappij zijn ook in deze kleine setting, binnen de muren van een klaslokaal of school, relevant.
Ik wil mijn leerlingen inzicht geven. Zicht op de consequenties van hun keuzes, van wat ze zeggen, ook wanneer je kiest om iets niet te doen of te zeggen. Wat betekent dat voor jezelf, voor de ander en voor de relatie? Ik wil leerlingen verantwoordelijkheid laten ervaren. Een verantwoordelijkheid die ze willen en aankunnen.
Maar ja, hoe doe je dit? Ik zie een dialoog als een beschaafde vorm van communicatie. Niet alle leerlingen zitten hier direct op te wachten, weet ik. Soms is gewoon samen iets ondernemen of doen veel betekenisvoller. Dat is ook mooi terug te zien in de documentaire Maatschappijleer, als Daan met zijn leerlingen de wereld intrekt en een azc bezoekt.
Hoe breng ik – vanuit die gedachte – zelf burgerschapsvorming in praktijk?
Ik heb met collega’s op school een Social Service ingevoerd. Leerlingen krijgen de tijd om wekelijks iets te doen voor een ander. Zomaar. Er zijn leerlingen die gaan vaak naar hun opa of oma, voor klusjes of gezelligheid. Andere leerlingen zoeken een verzorgingstehuis of daklozenopvang op.
Een ander voorbeeld is het Blik op je Roots-project, waarin leerlingen iemand interviewen die ouder dan 40 jaar is. Het interview draait om de vraag ‘Wat heeft jou gemaakt tot wie je bent?’ Vooral het contact met een andere generatie werkt erg inspirerend en verbindend. Zeker als alle filmpjes uiteindelijk getoond worden aan alle leerlingen en aan genodigden. Leerlingen maken contact en raken na afloop in gesprek met ouders, grootouders en ge-interviewden over ‘de wereld’. Zie ook deze post.
Want ja natuurlijk, er wordt veel gesprek gevoerd. Gesprekken over wat er speelt, in de groep, in de wereld. Gesprek door de vragen die ik stel en door de vragen die een ander mij stelt. Samen of in een grotere groep. Niet omdat dit de beste manier zou zijn, wel omdat ik nog geen betere heb gevonden.
Een aanvulling van Jorus Rompa:
Dinsdagavond 17 mei zaten we met een kleine groep geïnteresseerde (aankomende) leerkrachten en docenten bij elkaar. Wat opvalt? Uit alle onderwijslagen zijn vertegenwoordigers aanwezig: uit PO, VO, HBO en WO. Er is een introductie van Daan Faasen – de hoofdrolspeler uit de documentaire Maatschappijleer – waarna we in twee groepen van zes op onderzoek uitgaan. Het thema is burgerschapsvorming. Waar hebben we het dan over? Onze eerste associaties: het overdragen van normen, waarden en respect.
We komen er samen achter dat burgerschapsvorming eigenlijk gewoon in alledaagse dingen zit. Dat kan zich op school uiten in een jas oppakken in de gang tot iets ‘uitpraten’ wanneer er een voorval is geweest. In principe is iedere docent altijd (maar vaak onbewust) bezig met burgerschapsvorming. Het gaat als het ware om jouw aanwezigheid (en handelen) in relatie tot andere mensen (collega’s en leerlingen).
We vertellen en luisteren naar ervaringen en verhalen uit de eigen onderwijspraktijk. Het gaat onder meer over professionele kwetsbaarheid, de moed om dat te tonen, zeker in relatie tot persoonsvorming (of burgerschapsvorming). En wat is daarvoor nodig? Tijd en aandacht. Om door te kunnen vragen en vooral ook goed te luisteren naar elkaar. Het ontmoeten van een ander biedt tegelijkertijd de kans om ook contact met jezelf te maken.Het is prettig om ervaringen onder woorden te kunnen brengen, met de ander als stille getuige. Het waarborgt een zekere integriteit. Je creëert een basis, een voorwaarde voor een duurzame relatie, op een goede verstandhouding. Is dat niet waar burgerschapsvorming over gaat? Is dat het gesprek over ‘de wereld’ waar Paul ook in zijn ‘Blik op je Roots project’ over spreekt?
Paul Pelle is werkzaam op De Nieuwste School, Jorus Rompa is verbonden aan Wetenschapsknooppunt Brabant en recent afgestudeerd in de pedagogiek.